donderdag 29 juli 2010

Het oog










Een heilig licht streelt mijn ogen.

Het raakt mijn netvlies vol met kleur.

Ik heb het nog nooit eens overwogen,

Als God`s gezalfde ambassadeur.



Dat God`s oog mij aan blijft kijken,

Bij alles wat er om mij heen gebeurt.

Juist op momenten dat vreugde zal wijken.

Een Goddelijk licht op mij bespeurt.



Zijn oog zal nimmer sluiten,

Hij ziet alles, met mij begaan

Hij sluit mij nooit buiten,

Over Zijn wang rolt mijn traan.



Als of Hij tegen mij wil zeggen.

Ik zie jouw zorgen en intens verdriet.

Mijn antwoord zal alles weerleggen,

Omdat Ik alles ziet.


Getij






Een schittering in het water,

Een schoonheid het natuur theater,

Zomaar in een vennetje heel nabij.

Een overdenken van mijn geloofsgetij.



Hoe het gaat met mijn eb en vloed

Wordt het ontregeld door mijn gemoed

Of blijft het staan stevig in de storm

Wordt dat mijn streven , mijn norm?



Of laat ik het touw maar fiere,

Draai ik mij om? , de rug in de wind.

Om niet verder meer te willen lopen.

En niets mijn aandacht noch bind.



Het is moeilijk om tegen de storm in te lopen

Tegen alles in, wat de wereld van ons eist.

Om toch te zien, de schittering in het water.

Om te zien naar een licht dat uit de wolken herrijst.